Inspectie van het leidingnet – gaslekdetectie met sleepmat en stolpsonde
In onze laatste blogpost LEL versus PPM hebben we de verschillen tussen de twee meetbereiken bekeken en opgemerkt dat het ppm-bereik over het algemeen wordt gebruikt om de kleinste concentraties te bepalen. Dit is het geval bij leidingnetinspecties of bij inspecties in gebouwen aan leidingen (N.B. LEL = explosiegrens; ppm = parts per million).
Voor een leidingnetinspectie wordt in Nederland meestal met een sleepmat gewerkt. In Aziatische landen wordt vaak ook een stolpsonde gebruikt en wordt in het LEL-bereik (Lower Explosion Limit) gemeten.
In een video die we op het testtraject van ons bedrijf in Haselünne hebben opgenomen, beantwoorden we de volgende vragen:
Wat gebeurt er als we hetzelfde traject meten in het LEL- en in het ppm-bereik?
Waarmee moet rekening worden gehouden bij het inspecteren van het traject?
Waarin verschilt de meting met een sleepmat van die met een stolpsonde, zoals vaak wordt gebruikt in Aziatische landen?
In Azië wordt de ontvlambaarheid van methaan anders beoordeeld dan in Europa (Duitsland, Nederland). Terwijl wij de LEL op 4,4 vol.-% methaan hebben vastgelegd, spreekt men in veel landen nog van 5 vol.-% methaan = 100 % LEL. Dit resulteert in 1% LEL = 50 ppm methaan.
Als de inspectie van het leidingnet in deze landen wordt uitgevoerd, gebeurt dit plaatselijk nog steeds door het traject af te lopen, waarbij alleen de holtes zoals rioolafvoeren, schachten en dergelijke worden gecontroleerd op weergaven door een LEL-meetapparaat. Alleen wanneer deze personen brandbaar gas in dergelijke holtes hebben gemeten, kunnen andere personen proberen het lek te vinden.
Deze procedure heeft grote nadelen.
a) In Azië zijn veel riolen sterk vervuild en worden ze niet regelmatig gereinigd. Daarom vinden er zeer vaak rottingsprocessen plaats, die leiden tot de vorming van methaanconcentraties en dus valse weergaven vormen. Er zijn aanvullende proeven nodig om via een ethaantest de herkomst van het gas te achterhalen.
b) Kleinere gaslekken naar boven door het oppervlak op de positie van het lek worden niet gedetecteerd. Een snelle manier om gaslekken op te sporen wordt dus niet gebruikt. Met een ppm-resolutie is ongeveer 50 keer de gevoeligheid beschikbaar voor het lokaliseren van gaslekken.
Door het gebruik van ppm-meetapparatuur in combinatie met een sleepmat wordt de atmosfeer aan de grond op een gerichte manier afgezogen en worden weergaven veroorzaakt door storende uitlaatgassen geminimaliseerd.
c) Lekkages worden eerder gedetecteerd als het traject wordt gecontroleerd met ppm-meetapparatuur. Het gas hoeft niet te migreren van de locatie van het lek door de grond naar de holte of de rioolbuis, maar kan direct aan de oppervlakte worden gedetecteerd.
Onze aanbeveling is daarom om apparaten te gebruiken die ook een ppm-meetbereik bieden. In combinatie met een optimaal aangepaste sonde kunnen veel betere inspectieresultaten worden bereikt.
Ervaring uit de praktijk – Een kort verslag uit China
Bij de presentatie van onze meettechnologie in een groot Aziatisch gasconcern liet het management ons weten voor dat men al jaren vertrouwt op LEL-meetapparatuur en geen andere technologie wil gebruiken.
In een gesprek deelde de leidingnettechnicus mee dat er zwaar gas met een hoog propaan-/butaangehalte wordt gedistribueerd en dat er momenteel een moeilijk te traceren lek is in het centrum van de stad.
We boden aan om hier te helpen en reden direct naar de locatie van het lek. Het was een heuvelachtig, dicht bebouwd gebied. In een laagte stonden verschillende gebouwen, waaronder een bankgebouw. In de kelder van deze bank was al gas gedetecteerd. Voor het bankgebouw bevond zich een rooster met een afvoer voor regenwater. In deze afvoer konden hogere LEL-concentraties van één cijfer worden gemeten. In de verdere omgeving van de bank was geen gas detecteerbaar met de LEL-meetapparatuur. Daarom moest in de laagte de leiding worden opgegraven en gerepareerd.
We zijn logisch te werk gegaan en hebben besproken dat het zware gas naar beneden is georiënteerd en dat we het verloop van de leiding naar boven zouden volgen. Met onze meetapparatuur, die een ppm-bereik en een ingebouwde pomp hebben, konden we op veel plaatsen gas detecteren. De hogere resolutie was hiervoor bepalend. Het hoogste punt waar we nog steeds gas detecteerden, is door ons als waarschijnlijk lek gemarkeerd en de resultaten werden aan de leidingnettechnicus uitgelegd en plaatselijk opnieuw gemeten (op het meetapparaat weergegeven).
Opmerking: Hoewel onze meetapparatuur voor methaan is gekalibreerd, geeft de apparatuur ook zwaar gas met propaan-/butaangehalten weer. De weergave is echter niet correct wat de exacte meetwaarde betreft. Voor propaan/butaan geldt een LEL van ongeveer 1,4 tot 1,7 vol.-% gas = 100 % LEL.
Daarna moesten we snel naar het vliegveld voor de volgende afspraak. Een paar dagen later ontvingen we de bevestiging dat we het lek correct hadden opgespoord.
Ons motto werd bevestigd: voor goede resultaten is 50% afhankelijk van de beschikbare technologie (meetapparatuur) en 50% van de kwaliteit van het personeel (opleiding + ervaring).